Coccidiose is een van de belangrijkste besmettelijke oorzaken van diarree bij kalveren. Coccidiose-infecties zorgen voor belangrijke economische verliezen in de rundveesector. Er zijn enerzijds de kosten die je als veehouder direct voelt, zoals verliezen door sterfte; anderzijds vormen de economische gevolgen op lange termijn een groter probleem. Die verliezen ontstaan uit een lagere productiviteit als gevolg van een tragere groei van het jongvee. Zij worden immers minder snel drachtig, produceren minder melk tijdens de eerste lactatie en hebben een kortere levensduur.
Coccidiose wordt veroorzaakt door parasieten die in de darm leven. De eitjes neemt het dier op vanuit de omgeving. Die eitjes zijn zeer goed bestand tegen moeilijke omstandigheden en kunnen tot twee jaar overleven in de stal en soms ook op de weide. Een kenmerkend symptoom van coccidiose is diarree, maar ook zonder duidelijke symptomen kan er een coccidiose besmetting aanwezig zijn. De darmwand wordt dan in beperkte mate aangetast. Dat verstoort nog steeds de voederopname in de darm met een verhoogde voederconversie en een vertraagde groei tot gevolg. De dieren vermageren en staan dof in ’t haar. Deze vorm komt bij kalveren veel voor, maar wordt minder vaak herkend.
Een goede start is cruciaal voor een kalf. Studies over melkproductie tonen aan dat groeivertraging door coccidiose soms nooit meer wordt ingehaald. Een coccidiose besmetting uit zich niet altijd in duidelijk zichtbare symptomen. Daarom ligt een behandeling niet altijd voor de hand. Bij de jongvee-opfok ziet de boer pas na twee jaar het resultaat van zijn investeringen. Het is dus nodig om te rekenen op lange termijn.
De combinatie van medicatie en management is noodzakelijk. Alles begint met een goed biestbeleid, zodat het dier voldoende weerstand kan opbouwen. Dat betekent: veel, vlug, vaak en vers biest toedienen. Het is ook aan te raden om het kalf zo snel mogelijk weg te halen bij de moeder en om leeftijdsgroepen te scheiden.
Daarnaast is hygiëne een belangrijk punt. Hiermee bedoelt men het grondig reinigen, ontsmetten en drogen van de stallen, eventueel gevolgd door een sanitaire leegstand van enkele weken. Deze tips gelden bovendien ook voor nieuwe bedrijven. Coccidiose heeft niet meer dan een jaar nodig om in nieuwe stallen binnen te dringen. Op vlak van medicatie is het belangrijk dat er continuïteit zit in het behandelingsplan. Stop niet zomaar met behandelen wanneer de symptomen niet meer zichtbaar zijn.
Raadpleeg daarom je dierenarts om dat plan op te stellen.
Als je bijvoorbeeld merkt dat kalfjes steeds diarree krijgen drie weken na de verhuis naar een bepaalde stal, kan het helpen om 10 tot 14 dagen na de verhuis te behandelen. De dieren hebben dan al eieren uit de omgeving opgenomen, maar vertonen nog geen symptomen. Zo kunnen ze eerst de nodige afweer opbouwen.
Je kan best beginnen met een mestonderzoek. Zeker bij klachten zoals een vertraagde groei. Doe een staalname en monitor jaarlijks. Vijf à tien stalen per stal is ideaal.